dinsdag 5 april 2011

Kinderstrikje

Voor de eerste keer naar een filmpremière: een handleiding.
Black tie betekent dat je een smoking aan moet trekken. Koop een goedkope smoking, huren is duur, na drie keer dragen heb je het geld er al uit. Begin niet aan een echt strikje, dat is veel te ingewikkeld. Maar denk ook niet dat een voorgestrikt ‘kinderstrikje’ makkelijk is. Doe dat strikje dus niet op het laatste moment om. Mocht je dat toch doen: maak het vast met een knoop en knip de rest eraf.
Als het vrouwelijk gezelschap hakken draagt die hoger zijn dan haar voet lang is: neem een taxi. Maar dit blijft natuurlijk wel Nederland waar niemand gek doet: zelfs bij een filmpremière mag een taxi niet de Reguliersbreestraat inrijden. Hij zal stoppen op de Amstel, waardoor je heel erg glamoureus samen door een achenebbisj pissteegje moet steken. Daar kom je erachter dat je geen kauwgum bij je hebt. Dat is jammer, want je hebt net Bretonse viskoekjes gegeten. In het steegje staan echter twee hangjongeren die er dreigend uitzien, maar je een pepermuntje aanbieden uit een enorme snoepzak.
Na de rode loper pak je een glas champagne en loop je een kwartier voor de voorstelling naar boven. Op een groepje meisjes na die vrijkaartjes hebben gekregen omdat ze zijn gerold in Tuschinski is de zaal nog leeg. Maar daardoor kun je wel de beste plaatsen uitkiezen van de zaal, pal achter Carice van Houten, die in de film een Zuid-Afrikaanse dichteres speelt.
Na afloop van de film is de presentatie in handen van een journalist die een baanbrekend boek over de Nederlandse journalistiek heeft geschreven. Hij doet alsof hij heel erg gewoon is, maar trekt juist daardoor alle aandacht naar zichzelf, in plaats van naar de schitterende film die we zojuist hebben gezien. Hij zegt bijvoorbeeld: “Ik heb geen flauw idee waarom ze mij voor deze première hebben gevraagd.” En: “Ik hoor hier een bruggetje te maken naar het volgende onderwerp, maar ik weet niet wat voor bruggetje.” Vervolgens vraagt de journalist aan Carice van Houten: “Als je personage uit de film een dier zou zijn, wat voor dier zou dat dan zijn?” Als Carice van Houten – terecht – weigert daar een antwoord op te geven, en de journalist een minuut lang blijft proberen een antwoord te krijgen op deze kennelijk urgente vraag en je niet meer weet waar je je plaatsvervangende schaamte moet laten: vouw je handen voor je gezicht alsof je heel geconcentreerd luistert, terwijl je je wijsvingers in je oren doet.
Ga naar afloop naar de wc om je kinderstrikje weer goed te doen, praat, eet en dans, tot je er zwetend achter komt waarom die smoking zo goedkoop was: hij is van polyester. Loop vervolgens naar de fietstaxi’s op het Rembrandtplein. Het is een ontzettend romantische rit naar huis, dus dat de fietsende Rus veel te veel geld vraagt, maakt niets uit.

In: Parool 2 april 2011. Eerdere columns verschenen in de bundel Van Moskou tot Medan (Prometheus)

Geen opmerkingen: