dinsdag 29 maart 2011

Ardennen-test

De ruimte waar ik zat leek sprekend op een Russische stolovaya: een deprimerende kantine waar het meeste meubilair, en sommige kruidenpotjes in de keuken, nog stammen uit de Sovjet-Unie. Alleen was het op deze februari-avond niet -30, maar plus 30 graden. Na een lange busreis vond ik het enige restaurant in het dorp. Er flikkerde een tl-balk, rond de balk vloog een enorme mot. De serveerster maakte mij duidelijk dat ik mijn avondeten minstens twee uur van tevoren had moeten bestellen. Het enige wat ze nog hadden waren twee roti-broodjes en een pannetje met linzen, waar ik al een uur en een kwartier op zat te wachten.

De enige andere mensen die zo idioot waren om hier te eten was een Duits stelletje. Ik kon niet verstaan waar het over ging, maar het was duidelijk dat ze ruzie hadden. De volgende ochtend zat de jongen in zijn eentje in dezelfde ruimte met zijn ontbijt: een roti-broodje en wat linzen. Ik ging bij hem zitten. Hij vertelde mij dat ze nog maar twee maanden samen waren, en hadden besloten samen een reis naar een avontuurlijk en exotisch land te maken. Dat bleek geen goed idee: zijn vriendin had zojuist het eerste vliegtuig richting Heimat genomen.

Een verre reis maken als je elkaar nog maar net kent is een zeer riskante onderneming. Voor iedereen met dit soort plannen: doe eerst de Ardennen-test. Ga een lang weekend met je nieuwe vlam buiten het seizoen naar de Ardennen, ergens in de buurt van Spa en Stavelot. Zorg dat het alle dagen druilerig doorregent. De bed and breakfast kostte een godsvermogen, maar al het geld is uitgegeven aan gouden ornamenten en purperen doeken in de kamer; zeep, handdoeken en wc-papier ontbreken. Elke ochtend zit je met de vrouw des huizes aan tafel die haar dochter aan een stuk door uitscheldt en in het Frans tegen je blijft praten, terwijl je al meerdere keren hebt duidelijk gemaakt dat je geen Frans spreekt. Overdag is het weer zo slecht dat je samen maar een grottencomplex in duikt, die grotendeels wordt bevolkt door kinderen met een poepluier.

's Avonds eet je een vieze pizza op een terras, waar je hardnekkig blijft zitten onder een parasol in de stromende regen, terwijl je je afvraagt wat je in vredesnaam de resterende drie dagen gaat doen. Kortom, c'est pas du romantique, maar dat is ook precies de bedoeling. Was het lange weekend ondanks de tegenslagen grappig en zelfs bij vlagen romantisch? Gefeliciteerd, jullie zijn klaar voor het grotere werk. Leek de vakantie meer op een Ardennen-offensief? Jullie passen prima bij elkaar. Maar ga niet samen naar een exotisch en avontuurlijk land.

In: Parool 12 maart 2011
Eerdere columns verschenen in de bundel Van Moskou tot Medan (Prometheus)

woensdag 23 maart 2011

CO2-karma

Even een update van mijn twintig jaar oude Jaguar: hij rijdt nog prima. Ik heb hem nog maar één keer naar de garage gebracht en dat kwam omdat ik vond dat je wel degelijk met je antenne omhoog door de wasstraat kan rijden. Ik kreeg hem niet helemaal omlaag en de antenne zag er stevig genoeg uit. En die zwabberdingen zien er altijd zo zacht uit! De man van Loogman waarschuwde mij nog, maar mijn koppigheid won. Binnen een seconde vloog de antenne eraf.
Verder heeft iemand een diepe kras in de zijkant gemaakt over de volle lengte. En blaast de ventilatie op willekeurige momenten met een willekeurige warmte. Maar het belangrijkste: hij rijdt nog steeds als een vliegend tapijt.
Wel zit ik nu met een nieuw probleem: echt zuinig is de Jaguar niet, ik heb niet voor niets twee uitlaten. Op een koude februari-ochtend komt er zoveel rook uit dat de auto mij doet denken aan de Hoogovens die plotseling tussen de duinen opdoemen. Daar zat ik over te piekeren, tot ik op een artikel stuitte dat ging over de CO2-overschotten die worden veroorzaakt door de vleesindustrie. Wat blijkt: het is beter voor het milieu om als vegetariër een jaar rond te rijden in een Hummer, dan een jaar te fietsen en vlees te eten. En dan zwijg ik nog over de boeren en scheten die koeien laten, die vol zitten met methaan, het allerergste broeikasgas.
Daarom ben ik sinds een paar maanden een parttime vegetariër. De extra uitlaat aan mijn auto compenseer ik met de twee dagen in de week dat ik geen vlees eet. En daarmee is de cirkel rond: ik ben vegetarisch opgevoed. Toen ik een kind was wist ik niet beter. Regelmatig kwamen vrouwen in ons huis groenten koken. Met als dieptepunt een macrobiotische vrouw die in de achtertuin wat bladeren bij elkaar scharrelde en met een komkommer in de oven deed. Op mijn zestiende namen vrienden mij mee naar de McDonald’s, en sindsdien eet ik vlees.
Ik verblijf op dit moment tijdelijk in een land waar bijna iedereen vegetarisch is. Het eten is zo lekker, origineel en avontuurlijk dat ik geen seconde vlees mis. Vlees eten is helemaal niet erg, maar een beetje minder kan best. En het is ook nog eens goed voor uw CO2-karma. Dus mocht u van plan zijn met uw Landrover naar Oostenrijk te rijden, of heeft u een winteravond doorgebracht op een terras op het Spui onder een straalkacheltje, zeg ik: geen nood, broodje falafel.


In: Parool 5 maart 2011
Eerdere columns verschenen in de bundel Van Moskou tot Medan (Prometheus)

dinsdag 22 maart 2011

Afhaalchinees

Op de PvdA stemmen is als eten halen bij de Chinees: van tevoren vind je het een reuze goed idee, en na afloop zit je veel te vol (je hebt ook nog die gebakken bananen besteld) en dan denk je: gadverdamme, wat heb ik gedaan? Zo gaat het bij alle verkiezingen, en altijd ben ik na afloop teleurgesteld.
Dit keer door een ex-burgemeester die is vergeten hoe je moet vechten. Dus had ik besloten om bij de volgende verkiezingen voor het eerst van mijn leven eens op een andere partij te stemmen. GroenLinks leek mij wel wat. De pacifisten waren erin opgegaan, en dat vond ik wel sympathiek. Ik bedoel: wat hebben wij eigenlijk aan een leger? En ik ben echt niet
naïef: IJsland en Costa Rica hebben al jaren geen leger en ondanks alle mooie geisers en stranden valt niemand die landen binnen.
Uitgerekend nu heeft GroenLinks het initiatief genomen een nieuwe missie naar Afghanistan te sturen, nadat Nederland zich na lang wikken en wegen had teruggetrokken. Ze noemen het een politietraining, maar dat is een term die veel te overzichtelijk is voor een land dat op instorten staat.
GroenLinks valt dus af.
Wat blijft over? Ik stem niet op one-issuepartijen (behalve de nog op te richten antiscooterpartij), dus dan vallen de Onafhankelijke Senaatsfractie (lokale belangen) en de PVV (wereldwijd emiraat) af. De Partij voor de Dieren krijgt dus ook niet mijn stem. Bovendien ben ik voor het fokken van walvissen op industriële schaal, en daar zullen ze vast moeilijk over doen. Een kip doden vind ik even erg als een walvis doden, maar als het toch moet: dood dan een walvis, zit een stuk meer vlees aan, is mijn gedachtegang.
Ik dwaal af. Ik ben tegen partijen met een religieuze inslag, dus vallen CDA, SGP en ChristenUnie ook af. Ontzettend jammer. De VVD vergeet ik even voor het gemak, dus blijven over: SP en D66. D66 is voor het referendum, en dus voor de macht van de meerderheid en dus voor de doodstraf, dus dat gaat ook niet. De SP is op zich wel een aardige partij en de partijleider vind ik wel een goeiige lobbes. Maar hun lijsttrekker heet Tiny Kox, en ik vind niet dat mannen Tiny moeten heten. Ik raak ervan in de war. Zo ken ik ook een vrouw die Joost heet. Stemmen is ook een beetje je hart volgen, vind ik. Doe er niet moeilijk over, heeft u een partijprogramma gelezen?
Dus in godsnaam maar weer de PvdA. Ik hoop vurig dat ik er niet een afhaalchineesgevoel aan overhoud. Anders gaat mijn stem bij de volgende verkiezingen naar de antiscooterpartij.

In: Parool 24 februari 2011
Eerdere columns verschenen in de bundel Van Moskou tot Medan (Prometheus)

maandag 21 maart 2011

Bonne soirée

De avond ervoor had ik een Russische vriend aan de lijn. Hij wilde weten hoe het ervoor stond in het paradijs Nederland. Ik vertelde hem dat ik een stukje had gelezen over ambulancepersoneel dat lastig gevallen werd terwijl zij het leven van mensen probeerden te redden. “Waarom worden ze dan lastig gevallen?” vroeg hij. Daar kon ik ook geen antwoord op geven.
De volgende ochtend stond ik vroeg op om de trein naar Parijs te nemen. Ik liep naar buiten en zag de vuilniswagen achteruit mijn doodlopende straatje inrijden. Op de zijkant van de vuilniswagen stond de tekst ‘Tegen agressie wordt onmiddellijk aangifte gedaan.’ Terwijl de vuilnismannen mijn zeer bejaarde kerstboom in de wagen gooiden, vroeg ik mij af op welke manier een vuilnisman agressie op zou kunnen wekken.
In de metrowagon was het vol met passagiers van de ochtendspits, en iedereen perste zich langs geïrriteerde reizigers naar buiten. Ik moest denken aan een week ervoor. Bij het naderen van de volgende halte vroeg ik aan de vrouw voor mij of zij er misschien uit moest. Dit is normaal in de Moskouse metro; als die persoon er niet uit moet doet hij of zij een stapje opzij, zodat niet iedereen zich op het laatste moment door de menigte hoeft te dringen. Ik legde dit uit aan de vrouw, maar zij zei verontwaardigd dat ik maar moest wachten, waardoor ik mij op het laatste moment uit de trein moest wringen en iedereen begon te schelden.
Op het perron had ik nog net genoeg tijd om een kopje koffie te kopen in de kiosk op het perron. Een conducteur maakte een praatje met de koffieverkoopster. Ze vroeg hoe het ging, hij antwoordde: “Nou, wel ok. Maar vorige week ben ik twee keer in mijn gezicht gespuugd.” De verkoopster knikte en keek de man aan alsof hij het over een spoorwijziging had.
De rest van de dag bracht ik in het Parijse appartement door met het lezen van het boek Talk to the hand. The utter bloody rudeness of everyday life. Het lag er op een tafel alsof het voor mij bedoeld was. Pas ’s avonds ging ik buiten een wandelingetje maken. Ik liep langs een telefooncel waar iemand met isolatiemateriaal een soort huisje van had gemaakt. Net toen ik mij afvroeg hoe je staand kan slapen, kwam er een zwerver naar mij toe en vroeg om wat centimes. In mijn beste Frans antwoordde ik dat ik zonder geld een wandeling was gaan maken. De zwerver keek mij vriendelijk aan, zei “Bonne soirée” en stapte de telefooncel in.

In: Parool 17 februari 2011
Eerdere columns verschenen in de bundel Van Moskou tot Medan (Prometheus)