maandag 18 april 2011

Ayla en Jondalar

Ooit reed ik met mijn vader dwars van oost naar west door de Verenigde Staten. Ergens in de Blue Ridge Mountains van Virginia kwamen wij een wielrenner tegen die elke heuvel door zijn vrouw omhoog werd gereden in de auto. Bovenop de heuvel stapte de man op zijn fiets en zoefde naar beneden, waar zijn vrouw stond te wachten om hem de volgende heuvel op te rijden. Wij vonden dat verschrikkelijk, en dat heeft vast te maken met onze calvinistische volksaard: dat je alleen recht hebt op iets moois als je eerst hebt geleden. Dan kun je je natuurlijk weer afvragen waarom het calvinisme uitgerekend in Nederland zo aansloeg. Dat heeft volgens mij met het unieke weer te maken. Nederlanders worden voor een korte periode van zonnig weer altijd gestraft met een lange periode van wind, slagregens en natte zadels.
Hoe dan ook, met die instelling las ik toen ik jong was De stam van de holebeer van de Amerikaanse schrijfster Jean Auel. Het is een zeer dik en zeer middelmatig boek over de lotgevallen van Ayla en Jondalar, en speelt zich af in het stenen tijdperk. Er gebeurde natuurlijk heel weinig in die tijd, dus met moeite worstelde ik mij door de hoofdstukken, waar soms pagina’s werden gewijd aan het plukken van bessen of het oversteken van een stroomversnelling. Als beloning kreeg ik de scènes met Ayla en Jondalar, als ze eenmaal in de grot terugkeerden van de jacht.
Internet was er niet in die grot, laat staan televisie, dus vermaakten Ayla en Jondalar zich uitsluitend met elkaar. Dat werd allemaal zeer expliciet beschreven. En zeer uitgebreid: een seksscène nam gemakkelijk twaalf bladzijden in beslag (ik moet overigens de eerste mannelijke schrijver nog tegenkomen die dat doet). Natuurlijk las ik als tienjarige deze passages met oortjes die echt rood werden, en nam alle zwerftochten en medicinale korstmossen die de rest van het boek vulden op de koop toe.
Vervolgens verslond ik ook nog De vallei van de paarden, De mammoetjagers en Het dal der beloften, en toen was het klaar. Ayla en Jondalar hadden kennelijk alle hoeken van de grot wel gezien. Dacht ik. Maar nu, na twintig jaar, heeft Jean Auel een nieuw deel geschreven: Een vuurplaats in steen. Ik heb het boek gelijk gekocht. Zodat ik, als het weer dagenlang regent, kan lezen hoe Ayla bij die stenen vuurplaats, in het flakkerende licht van een smeulend vuur voor Jondalar staat en haar gordel losgespt, waar een gedroogde otter met kruiden aan hangt. En vervolgens langzaam haar tuniek van zich afwerpt. En haar beenkappen, wat dat ook mogen zijn.

In: Parool 16 april 2011. Eerdere columns verschenen in de bundel Van Moskou tot Medan (Prometheus)

6 opmerkingen:

pinipiru zei

Hehehehe! Helemaal met je eens:) Ben dan wel een vrouw, maar ik heb het precies zo beleefd:) Thanx!!

Inge Speelman zei

Die eerste mannelijke schrijver met expliciete erotische scènes zou dan Wilbur Smith zijn. Vooral zijn serie over de Courtneys. Veel leesplezier en vuurrode oortjes gewenst ;-)

Unknown zei

De tranen liepen me over de wangen afgelopen weekend! heel grappig. Ayla en Jondalar als de rolemodels voor pubers in de jaren 80 en 90. Heeft Wilders toen niet een soort Jondalar trauma opgelopen want hij wordt ergens in het verhaal bruusk aan de kant gezet voor..jawel, een buitenlander uit Noord-Afrika. heeft hij daar in Venlo op zijn jongenskamer van woede op dat boek staan springen en is Auel eigenlijk de oorzaak van al deze ellende?

Unknown zei

Heerlijke omschrijving van dit uitgebreide oeuvre. Vooral de gedetailleerde beschrijving van de korstmos deed het goed bij mij. Wil even pietluttig zijn en opmerken dat het laatste deel het lied van de grotten heet en niet een vuurplaats in steen, dit is namelijk het vijfde deel. Verder kon ik mij er helemaal in vinden.

Salty Letters zei

Beenkappen; niet te verwarren met lieslaarzen.

Unknown zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.