woensdag 15 september 2010

Uniek

‘Wat maakt jou nou zo uniek?’, vraagt een man die naast mij is komen fietsen. Op dat moment zig-zag ik door de straatjes bij de Jacob Obrechtstraat, waar ik om de een of andere reden altijd verdwaal. Ik weet dat als ik eenmaal het pleintje met restaurant Quattro Stagioni heb gevonden, de weg naar het Vondelpark wel kan vinden. Dat ik bij elkaar al twintig jaar in Amsterdam woon, en ben opgegroeid in Zuid, helpt kennelijk niet.

Behalve aan het fietsen ben ik aan de telefoon met een uitzinnige vriend die zojuist een tweede kind heeft gekregen. Geen goed moment dus voor een gesprek met een passant. Ik vind het ook nogal lomp van de man om mij in mijn telefoongesprek te onderbreken. ‘Ik ben aan de telefoon,’ zeg ik vriendelijk tegen de man en fiets wat harder door, waarschijnlijk in de verkeerde richting. De man gaat fanatiek in de achtervolging.

Sinds ik de laatste tijd veel op de televisie ben geweest schieten mensen mij regelmatig aan. Meestal met een korte en krachtige mededeling. Zoals de politieagent die mij inhaalde, uit de auto sprong en achterna rende. Ik begreep in eerste instantie niet waarom; zoals elke Amsterdamse fietser had ik, met de politieauto in zicht, netjes gewacht op het groene licht. Maar de agent wilde alleen maar zijn enthousiasme voor Rusland met mij delen.

Maar er zijn ook mensen die verwachten dat je altijd en overal een lang gesprek met hen voert. Ik ben er inmiddels achter dat je goed op de eerste vraag moet letten. Bij een vraag als ‘Wat maakt jou zo uniek?’ gaan bij mij alle alarmbellen rinkelen.

Maar voor het Vondelpark, waar ik af moest stappen omdat de weg er verandert in een trap en ik mijn telefoongesprek had afgerond, zag de man zijn kans. Wat bleek: ‘Wat maakt jou zo uniek?’ sloeg niet op mijzelf, maar was sarcastisch bedoeld, als commentaar op het asociale geslinger op de fiets, veroorzaakt door mijn geanimeerde telefoongesprek, waarbij ik elk stoplicht negeerde (er was geen politie in de buurt).

Ik bood mijn excuses aan en vertelde dat ik die bellende, slingerende fietsers zelf ook irritant vind. De man vroeg waarom ik niet eerder was gestopt. ‘Ik dacht dat u dacht dat ik een bekende Nederlander ben,’ stamel ik, terwijl mijn hoofd rood wordt van stompzinnigheid. Terwijl de man mij verbaasd en minachtend aankijkt stapt hij op zijn fiets en rijdt kaarsrecht richting de Amstelveenseweg.

In: Parool 11/09/10

5 opmerkingen:

- zei

LOL

Anoniem zei

Ha Ha Ha :) :) :)

jet zei

Gefeliciteerd met de pasgeboren schat van je vriend

Tim v Z zei

hehe toch moet ik zelf ook bekennen dat iedere keer als ik dan een bekende Nederlander tegenkom ik ook de drang voel die persoon wat te vragen of in ieder geval iets tegen hem of haar te zeggen. Maar ik wil ook weer niet die persoon zijn die bekende Nederlanders lastigvalt :P Zo kwam ik een keer Arnon Grunberg tegen in Oekraine :)Daar was hij blijkbaar net zo verbaasd over als ik want meneer Grunberg liep zwaar geergerd weg toen hij doorkreeg dat ik hem herkende. Nou is meneer Grunberg denk ik ook niet de meest sympathieke persoon om zo even aan te spreken!

ikbenlili zei

Veeg je het schaamzweet maar van het voorhoofd, jelle, andersom gebeurd het evengoed.
In het najaar van 2001 werkte ik in een winkel in Den Haag. (Ja, achteraf gezien logisch, want om de hoek van het Noordeinde) Toen ik na de lunch het kantoortje uit kwam, zag ik een blonde vrouw tussen de badspullen neuzen. Normaal gesproken begroette ik klanten altijd met een vriendelijk 'goedemiddag', maar dit keer dacht ik een vaste klant voor mij te hebben en sprak haar aan met een amicaal 'Hai!'. Ze glimlachte beleefd en knikte naar me.
Ik stond op het punt een gesprekje aan te knopen, toen ik merkte dat er twee zich vreemd gedragende mannen in winkel waren. In zwart pak, met oortjes in en een strenge oplettende blik op alle aanwezigen.
Niet wetend wat ik in godsnaam tegen haar moest zeggen heb ik me met een rood hoofd (en ik vrees een open mond) van haar afgekeerd en ben achter de kassa weggedoken.
Toen ze enkele minuten later bij de kassa kwam lukte het me gelukkig om de aanstaande van de kroonprins der Nederlanden als een normale klant aan te spreken.
Maar, jeetje, hoe moeten wij gewone burgers dan reageren op BN'er zoals jij, Jelle? In die seconde dat je je realiseert dat het niet gewoon de buurman was die je aansprak maar 'die van de tv', kun je al niet meer terug en zul je met een rood hoofd een lovend woord over zijn of haar prestatie uit moeten spreken.
(Toch?)

ikbenlili@gmail.com